Naam: Prachtvaandrager.

Wetenschappelijke naam: Aphyosemion bivittatum.

Synoniemen: Fundulus bivittatus, Aphyosemion bivittatus, Fundulopanchax bivittatus coerulea, Aphyosemion bivittatum hollyi, Aphyosemion hollyi, Aphyosemion coeruleum.

Oorsprong: Togo en Equatoriaal Guinea.

Biotoop: West-Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: Vrouwtjes hebben afgeronde vinnen, de grondkleur is geelachtig en ze hebben twee duidelijke donkere lengtestrepen. De mannetjes zijn zeer kleurrijk en hebben lange vinnen en een lange staart.

Temperatuur: 22 - 24 graden Celsius.

pH: 6 tot 6,5.

GH: 5 tot 7.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte beplanting maar zorg wel dat er voldoende zwemruimte over blijft. Drijfplanten worden ook op prijs gesteld en dan kan de verlichting wat sterker.

Bodembedekking: Zand of grind.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 3 jaar.

Lengte: 4  cm.

Voedsel: Alle soorten levend voer, alleen als hij erge honger heeft zal hij droogvoer accepteren.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Mild agressief.

Aantal: 1 mannetje met meerdere vrouwtjes.

Geschikt voor: Ervaren aquariaan.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Beter van niet.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 10 tot 14 dagen.

Bijzonderheden: Er zijn vele ondersoorten en variëteiten van.

Kweekinfo: Het kweken met de Prachtvaandrager is redelijk eenvoudig.

 

De kweekbak moet niet al te klein zijn gezien de lange periode die de ouders daar moeten verblijven. Aan de inrichting van de kweekbak worden weinig eisen gesteld, een bodembedekking is niet nodig, wil men dat toch graag breng dan uitgekookte turfmolm aan. Voor het afzetten van de eitjes kan men "kweekkwasten (afzetmoppen)" aanbrengen. Een temperatuur van 23 graden Celsius en zacht en zuur water met een pH van 6.8 is het beste voor de kweek. Ververs elke dag ongeveer 40 tot 60% van het water en geef de vissen een variëteit aan voedsel zoals vlokkenvoer, diepvriesvoer en levend voer.

 

Het paren kan enkele weken in beslag nemen. Haal na 3 weken het koppel uit de kweekbak en breng de temperatuur terug naar 18 graden Celsius en zorg dat de kweekbak donker staat.

 

De eitjes komen na 10 tot 14 dagen uit. Als de jongen gaan zwemmen kan men ze voeren met Artemia-naupliën, gezeefde Cyclops, Daphnia en grindalwormen. De jongen groeien langzaam.

 

GEZOCHT: Kunt u ons helpen aan een eigengemaakte foto(s) van de hier besproken soort?

Stuur ons dan even een email door ergens op deze regel te klikken en we nemen zo snel mogelijk contact met u op, ook kunt u de foto's meezenden met uw email als een bijlage. Wij en onze bezoekers zijn u er zeer dankbaar voor en u krijgt er eeuwige roem voor terug.