Naam: Boliviaanse antennebaars.

Wetenschappelijke naam: Mikrogeophagus altispinosus.

Synoniemen: Crenicara altispinosa, Microgeophagus altispinosus, Papiliochromis altispinosus.

Oorsprong: Zuid-Amerika (Bolivia, Brazilië).

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje is wat slanker gebouwd en ook iets kleiner dan het vrouwtje en ze hebben verlengde vinstralen van de rug-, aars- en borstvinnen en die van het vrouwtje zijn afgerond.

Temperatuur: 22 - 29 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7.

GH: 4 tot 12.

Licht: Zwak tot matig.

Beplanting: Normale beplanting.

Bodembedekking: Een zanderige bodem heeft hun voorkeur.

Stroming: Zwak tot matig.

Leeftijd: 10 jaar.

Lengte: 7 tot 8 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Onder het midden.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Als paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits zijn medebewoners geen drukke vissen zijn want tegen snel etende soorten kan hij niet op en zal dan te weinig voedsel binnen krijgen.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 3 dagen.

Bijzonderheden: De Mikrogeophagus altispinosus is makkelijker te houden dan zijn neef de Mikrogeophagus ramirezi, ook het kweken gaat makkelijker alleen zijn ze wel iets minder kleurrijk.

​

Kweekinfo: De kweek met het Boliviaanse antennebaarsje is vrij makkelijk.

 

Zorg als eerste er voor dat de ouders goed doorvoed zijn, geef ze hoofdzakelijk levend voer zoals zwarte muggenlarven, dat brengt de ei productie bij het vrouwtje goed op gang. Het zijn bi-parentale substraatbroeders, wat wil zeggen dat de eitjes op verschillende plaatsen kunnen worden gelegd zoals een plant, een steen, een bloempotje of een kuiltje in het zand.

 

Het water moet zeer schoon zijn en men kan het best over turf filteren want dat voorkomt ook dat de eitjes gaan schimmelen. Een legsel bestaat meestal tussen de 100 tot 300 eitjes en het vrouwtje zorgt voor het broedsel tenzij ze gaat eten, dan neemt het mannetje het tijdelijk over en daarna zal hij weer andere vissen uit de buurt van het nest houden.

 

Na de ei afzetting zorgen beide ouders voor de eitjes. Als de eitjes eenmaal zijn uitgekomen verplaatsen de ouders soms verschillende keren het hele nest door ze in de bek te nemen. Als de larfjes na vier of vijf dagen na het uitkomen gaan zwemmen kunnen ze worden gevoed met Artemia-naupliën. Denk er wel aan om niet teveel te voeren want dan zal het water snel vervuild raken en daar zijn de jongen zeer gevoelig voor.