© Foto: Laszlo Teunissen

© Foto: Johan Quinten

Naam: Dwarsbandsnoekje.

Wetenschappelijke naam: Epiplatys dageti.

Synoniemen: Aplocheilus dageti, Epiplatys dageti dageti, Poecilia sexfasciata, Lycocyprinus sexfasciatus, Epiplatys dageti monroviae, Aplocheilichthys spilauchen, Epiplatys sexfasciatus, Haplochilus sexfasciatus, Haplochilus infrafasciatus, Epiplatys chaperi, Haplochilus chaperi, Panchax chaperi.

Oorsprong: West-Afrika.

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: De mannetjes zijn veel kleurrijker en kleiner dan de vrouwtjes. Verder hebben de mannetjes een rode keel.

Temperatuur: 20 - 27 graden Celsius.

pH: 6 tot 7.

GH: 5 tot 8.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte beplanting maar zorg wel dat er voldoende zwemruimte over blijft. Drijfplanten worden ook op prijs gesteld en dan kan de verlichting wat sterker.

Bodembedekking: Zand of grind.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 6 jaar.

Lengte: 7 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, klein levend voer, groenvoer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Boven.

Karakter: Redelijk vreedzaam, op oudere leeftijd worden ze wat onverdraagzamer.

Aantal: Schooltje van minimaal 6 stuks of een harem van 1 mannetje met meerdere vrouwtjes.

Geschikt voor: Ervaren aquariaan.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Mogelijk, maar een speciaal aquarium is veel beter voor ze omdat ze op oudere leeftijd zeer onverdraagzaam kunnen worden en alle vissen zullen aanvallen die bij ze in de buurt komen.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 8 tot 10 dagen.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: Het kweken met het Dwarsbandsnoekje is vrij makkelijk.

Vaak zorgen deze visjes al voor eitjes in het aquarium waar zo normaal in zwemmen, een aparte kweekbak is niet echt nodig. Wil men zoveel mogelijk jongen overhouden dan is het wel beter om ze in een kweekbak te doen.

 

Het beste kan men er dan 1 mannetje en 2 vrouwtjes in doen. Er worden vanzelf wel eitjes afgezet, hiervoor kan men het beste een afzetmop in de kweekbak plaatsen. Alle eitjes worden niet in 1 keer afgezet maar in een langere periode. Vaak na één week of een paar weken ziet men wel jongen verschijnen. Haal dan de ouders er wel uit anders zullen ze de jongen opeten. De jongen kunnen worden gevoerd met infusoria of zeer fijn stofvoer, daarna kan men ze Artemia-naupliën geven.