Zuurziekte:

 

Te zuur water kan ernstige schade veroorzaken. De eisen wat betreft de pH verschillen per vissoort, maar men dient geen enkele vis gedurende langere tijd bloot te stellen aan een pH onder de 5,5. Vooral bij zeer zacht water bestaat het gevaar voor een sterke daling van de pH.

 

Men merkt het aan de vissen doordat ze met schietende bewegingen door de bak gaan. Doordat de kieuwen erdoor kunnen beschadigen happen ze naar lucht en proberen uit het aquarium te springen. De dood kan zeer snel maar ook erg langzaam intreden. De vissen sterven in de normale zwemstand en zijn vaak op hun mooist gekleurd.

 

Een langdurig, schadelijk, maar nog niet dodelijk verblijf in te zuur water komt tot uiting door een verslijming van de huid, die er melkachtig troebel en daarna roodachtig ontstoken uit gaat zien. Dit gebeurt gelijkmatig over het gehele lichaam van de vis. Bij parasitaire huidtroebelingen gebeurt dat alleen op bepaalde plaatsen en niet over het gehele lichaam. Op de kieuwen ontstaat vaak een bruinachtig beslag. De pH van het water moet nu echt gemeten worden.

 

Als uit de meting blijkt dat de pH te laag is dient men direct 50% van het water te verversen, daarna de pH weer meten. Mocht de pH dan nog te laag zijn, de volgende dag weer een gedeelte verversen. Om de zuurziekte te voorkomen dient men geregeld de pH te controleren. Wees ook zeer voorzichtig bij zacht water met turf en/of filteren over turf, daarvan daalt de pH nog meer.