© Foto: Carolien Nemec

Naam: Julidochromis regani.

Wetenschappelijke naam: Julidochromis regani.

Synoniemen: Julidochromis regani regani, Julidochromis regani affinis.

Oorsprong: Centraal-Afrika (Tanganyika meer).

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: Erg lastig te zien alleen dat het vrouwtje iets groter wordt dan het mannetje.

Temperatuur: 24 - 26 graden Celsius.

pH: 8,5 tot 9,0.

GH: 7 tot 11.

Licht: Normaal.

Beplanting: Niet noodzakelijk, plaatst u ze toch dan doen ze het nooit goed want de regani pikt er vaak aan.

Bodembedekking: Bij voorkeur een licht gekleurde zandbodem. Verder de bak inrichten met veel stenen en vooral grotten want daar zitten ze graag in.

Stroming: Matig tot hard.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: Het mannetje wordt ongeveer 12 cm en het vrouwtje tot 15 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: Vanaf 100 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Redelijk vreedzaam tegenover andere (even grote) cichliden. 

Aantal: Als paartje, deze blijven hun leven lang bij elkaar.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: 

Bijzonderheden: Het aquarium dient te worden ingericht met veel stenen en holen, planten zijn niet nodig want die worden toch aangevreten. Nooit meerdere verschillende Julidochromis soorten in één aquarium samen houden en ook niet meer exemplaren van hetzelfde soort dan één paartje. Er komen vele varianten van deze soort voor want ze leven in het hele Tanganyika meer, dat wil zeggen in Burundi, Democratische Republiek Kongo, Tanzania en Zambia.

Kweekinfo: Het kweken met deze soort is niet al te moeilijk.

 

Om een geschikt koppel te vinden kan men het best 5 of 6 jonge vissen aanschaffen en als er zich een koppel heeft gevormd dient men de andere dieren direct te verwijderen anders worden ze achterna gezeten toto de dood erop volgt.

Het koppel zal op zoek gaan naar een holte waar ze de eitjes kunnen leggen en het kan best gebeuren dat ze al een tijdje een nest hebben en u er niets van merkt.

Het nest bestaat uit ongeveer 200 eitjes en als de jongen gaan zwemmen dan kan men ze voeren met stofvoer en pas uitgekomen artemia.

Het kan voorkomen dat de ouders al aan een nieuw nest beginnen terwijl de jongen nog door ze verzorgt worden. dat is niet erg want als de jongen te groot worden zullen ze worden verjaagd en moet men ze dus uit het aquarium halen.