© Foto's: Klaas-Jan Paauw

Naam: Panda algeneter.

Wetenschappelijke naam: Garra flavatra.

Synoniemen:

Oorsprong: Myanmar.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Moeilijk te zien maar volwassen mannetjes ontwikkelen een herkenbaar teken op hun hoofd. Dit teken wordt ook wel tubercules genoemd. De vrouwtjes zijn vaak wat smaller dan de mannetjes.

Temperatuur: 22 - 25 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 5 tot 12.

Licht: Normaal.

Beplanting: Normale beplanting. Drijfplanten of drijftakken om het licht iets te dimmen stellen ze wel op prijs.

Bodembedekking: Zand of grind. Hier en daar wat (platte) stenen waar ze op kunnen liggen, en die ze af kunnen grazen van alg, stellen ze zeker op prijs. Schuilplaatsen mogen ook zeker niet ontbreken.

Stroming: Normaal tot sterk.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: 10 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, levend voer en plantaardig voer. Eet ook wel algen maar dat is beslist niet zijn hoofdvoedsel.

Aquariummaat: 90 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Schooltje van 6 of meer, in het begin zal er wat onderlinge agressie zijn om de rangorde te bepalen. Als ze solitair worden gehouden vertonen ze territoriaal en agressief gedrag tegenover medebewoners.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits de medebewoners geen kwetsbare of kleine vissen zijn.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 24 tot 30 uur.

Bijzonderheden: Een betrekkelijke nieuwkomer in de aquariumwereld, hij is in 2005 pas ontdekt. De Panda algeneter houdt van veel stroming en zuurstofrijk water. Eén of meerdere stromingspompen zijn dan ook gewenst. Ook dient het aquarium goed te zijn afgedekt, want vooral in het begin zullen ze proberen het aquarium uit te klimmen. Ook is hij gevoelig voor een te hoog nitriet en nitraat gehalte, dus er zal regelmatig een waterverversing nodig zijn.

Kweekinfo: Het kweken met de Garra flavatra is niet al te moeilijk.

 

Het beste kan men hiervoor een dicht beplant aquarium nemen die voorzien is van een rooster waar de eitjes zullen worden afgezet en bevrucht. Na het afzetten moeten de ouders verwijderd worden omdat ze anders de eitjes zullen opeten.

 

Na ongeveer 24 tot 30 uur komen de eitjes uit en nog eens 72 uur later, als de dooierzak op is, kan men de jongen groot brengen met het allerfijnste stofvoer. Na nog een week kan men ze Artemia-naupliën gaan voeren.