Laatst bijgewerkt: 6 juni 2025
IUCN-status: Niet geëvalueerd
Nederlandse naam: Pseudotropheus sp. acei "yellow tail".
Wetenschappelijke naam: Pseudotropheus sp. acei "yellow tail".
Synoniemen:
Oorsprong: Afrika (Malawimeer).
Landen: Malawi en Tanzania.
Leefomgeving: Deze vissen komen voor rond Nkhata Bay, Senga Bay, Ngara, Ruarwe, Bandawe, Karonga en de South Rukuru River, waar ze leven langs de zanderige en rotsachtige kustlijn. Hier hangen of liggen takken van bomen in het water, en de omgeving is overwegend ondiep. Opvallend genoeg wagen ze zich soms dicht bij de wateroppervlakte, iets wat zelden voorkomt bij Mbuna's. Met hun scherpe, puntige tanden schrapen ze algen van het hout, wat hun belangrijkste voedselbron vormt.
Geslachtsonderscheid: Het verschil is subtiel, maar de mannetjes zijn iets groter en hun kleuren komen beter tot hun recht wanneer het juiste licht erop valt.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 7,5 tot 8,5.
GH: 12 tot 16.
Licht: Normaal.
Beplanting: Niet noodzakelijk maar het kan wel, gebruik dan wel sterke soorten en veranker deze goed.
Bodembedekking: Bij voorkeur een zachte zandbodem. Richt de randen van de bak in met (kien)hout, stenen en grotten, zodat er in het midden voldoende open zwemruimte overblijft.
Stroming: Normaal tot hard.
Leeftijd: 5 tot 7 jaar.
Lengte: 13 tot 15 cm (in het aquarium kunnen ze 18 cm worden).
Voedsel: In het wild leven deze vissen voornamelijk van de algen die op hout groeien. Met hun scherpe gebit schrapen ze deze algen van de oppervlakken af. In een aquarium hebben ze vooral behoefte aan algen en plantaardig voer, zoals bijvoorbeeld spirulinavlokken, geblancheerde spinazie en nori. Dit kan afgewisseld worden met diepvriesvoer of klein levend voer, maar doe dit met mate om hun gevoelige spijsvertering niet te belasten. Geef ze nooit runderhart of rood vlees, omdat dit hun spijsvertering ernstig verstoort. Vermijd ook het voeren van rode muggenlarven en tubifex, omdat dit kan leiden tot de gevaarlijke aandoening "Malawi Bloat."
Aquariummaat: 150 cm.
Waterlaag: Onder het midden.
Karakter: Mannetjes onderling mild agressief.
Aantal: Eén mannetje samen met twee of drie vrouwtjes, of een grotere groep in dezelfde verhouding. Ze leven graag in gezelschapsgroepen, mits het aquarium daarvoor voldoende groot is.
Geschikt voor: Beginners.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.
Tijd voor uitspugen eitjes: 3 tot 4 weken.
Bijzonderheden: Hoewel deze soort al jarenlang bekend is, is ze tot op heden nog niet officieel wetenschappelijk beschreven.
Kweekinfo: Het kweken met deze soort is vrij makkelijk.
Het mannetje maakt zorgvuldig een kuiltje in het zand en probeert vervolgens het vrouwtje daar naartoe te lokken om te paren. Tijdens de paring bewegen de vissen sierlijk om elkaar heen in een draaiende beweging. Het vrouwtje legt telkens tijdens het draaien een paar kleine eitjes, en in dezelfde draai neemt ze deze eitjes direct in haar bek. Hier worden de eitjes vervolgens door het mannetje bevrucht. Dit proces herhaalt zich steeds opnieuw totdat alle eitjes zijn gelegd, wat in totaal wel kan oplopen tot zo'n 60 stuks.
De uitgebroede jongen worden na een periode van ongeveer drie tot vier weken weer uit de bek van het vrouwtje uitgespuugd en zullen daarna niet meer in de muil worden toegelaten. Zelfs niet wanneer er gevaar dreigt of een bedreiging in de buurt is. Vanaf dat moment moeten de jongen volledig zelfstandig zien te overleven. Het is belangrijk om de ouders op dit moment uit de bak te halen, want de jongen zijn vanaf nu niet meer veilig als de ouders nog in de buurt blijven. De jonge visjes kunnen direct vanaf het begin gevoerd worden met fijn stofvoer, zorgvuldig fijngewreven vlokvoer en vers uitgekomen artemia. Zorg voor voldoende kleine en geschikte voeding zodat de jongen goed kunnen groeien.
Hoe nuttig vond je dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 19-02-2025)