© Foto: Bart de Neve

© Foto: Anita Van Drunen - de Wagt

© Foto: Anita Van Drunen - de Wagt

© Foto: Femke Meijer

Naam: Diamantzalm.

Wetenschappelijke naam: Moenkhausia pittieri.

Synoniemen: Opisthanodus haerteli.

Oorsprong: Zuid-Amerika (Venezuela). De Diamantzalm komt van oorsprong uit Venezuela, helaas worden ze daar nog zelden waargenomen door vervuiling van het water.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes hebben veel langere vinnen dan de vrouwtjes. Hoe ouder de mannetjes worden hoe langer de vinnen zullen uitgroeien.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6 tot 6,5.

GH: 5 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte beplanting en ook wat drijfplanten.

Bodembedekking:  Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 5 tot 6 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: Minimaal 80 cm.

Waterlaag: Onder het midden.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minstens 10 vissen, liever meer.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 3 dagen.

Bijzonderheden: Het water mag niet te hard zijn, daar de vissen dan niet oud zullen worden. Hij houdt van gedempt licht en men kan het beste filteren over turf zodat het water niet te hard wordt.

Kweekinfo: Het kweken van de Diamantzalm is vrij eenvoudig.

 

Het water in de kweekbak moet een temperatuur hebben van 26 graden Celsius. In de kweekbak kan men het beste een afzetmop plaatsen waartussen de eitjes kunnen worden afgezet, ook fijnbladige planten kunnen voor het afzetten worden gebruikt. Vooral Javamos wordt zeer gewaardeerd. De pH waarde moet rond de 6 zijn en de GH moet <4 zijn voor een goed kweekresultaat. Voer de ouders overvloedig met levend voer zodat ze in een goede conditie komen voor de kweek en paring. De kweekbak moet worden verduisterd daar ze anders niet zullen paren.

 

Na de ei afzetting moeten de ouders er zo snel mogelijk uit gehaald worden anders eten ze de eitjes op. Er kunnen wel 500 eitjes gelegd worden. Het duurt ongeveer 3 dagen voordat de eitjes uitkomen. Als de jongen gaan zwemmen, meestal 2 dagen later, kunnen ze worden gevoerd met stofvoer en later met Artemia-naupliën, watervlooien en net uitgekomen pekelkreeftjes.