© Foto: Koen Vaske

IUCN-status: Onzeker (2011)

Nederlandse naam: Gele neongrondel, Blauwkopgrondel.

Wetenschappelijke naam: Stiphodon percnopterygionus.

Synoniemen: 

Oorsprong:  Japan, Taiwan en Micronesië.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes in broedkleed worden geel met een blauwe kop en de vrouwtjes zijn licht beige met bruine horizontale strepen.

Temperatuur: 23 - 28 graden Celsius.

pH: 6,4 tot 7,8.

GH: 12 tot 20.

Licht: Normaal tot veel (om de groei van algen en bijbehorende micro-organismen te bevorderen, want dat is hun hoofdvoedsel).

Beplanting: Een normale beplanting.

Bodembedekking: Zand of grind (men kan het ook door elkaar mengen). Ook kan men het beste kiezels en stenen in verschillende formaten toevoegen. Oude, goed ingewaterde stukken (kien)hout zijn ook prima. Nieuwe stukken hout niet vanwege dat deze tannine afgeven en daardoor neemt het licht af en dus ook de algengroei.

Stroming: Sterk.

Leeftijd: 

Lengte: 4 cm.

Voedsel: Droogvoer, groenvoer (algen) diepvriesvoer en klein levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Onder.

Karakter: Vreedzaam, echter in de paartijd zijn de mannetjes onderling agressief.

Aantal: Paartje of een schooltje, maar plaats dan wel meer vrouwtjes dan mannetjes in de groep omdat de mannetjes onderling nogal dominant zijn.

Geschikt voor: Beginner met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits de medebewoners kleine en rustige soorten zijn.

Tijd voor uitkomen eitjes: 

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: In aquaria nog nooit gelukt want de larven moeten opgroeien in zeewater.