© Foto: Loek van der Klugt

Naam: Ceylonese kempvis.

Wetenschappelijke naam: Belontia signata.

Synoniemen: Polyacanthus signatus, Macropodus signatus.

Oorsprong: Zuid-Oost Azië (Sri Lanka).

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn intenser van kleur en hebben een verlengde rugvin.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 0 tot 4.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout, rotsen en/of takken worden zeker op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 10 tot 15 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 120 cm.

Waterlaag: Boven het midden.

Karakter: Agressief.

Aantal: Paartje.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 30 tot 48 uur.

Bijzonderheden: Deze vis ziet men niet vaak in aquaria, ook in winkels zijn ze zelden te zien. De reden is vrij simpel, ze dulden geen medebewoners en zijn zeer agressief tegenover alle vissoorten (ook eigen soort) dus kunnen ze alleen maar als paartje worden gehouden.

Kweekinfo: Het kweken met deze vis is redelijk eenvoudig.

 

Daar deze vissen alleen als paartje kunnen worden gehouden zonder andere medebewoners (dus ook geen soortgenoten) hoeven ze dus niet in een aparte kweekbak te worden gezet want medebewoners worden niet geduld en verjaagd tot de dood erop volgt.

 

Beide vissen bouwen een simpel en los schuimnest en beide zorgen ook voor de nakweek. Er worden zo'n 200 tot 500 eitjes in het nest gelegd die na 30 tot 48 uur zullen uitkomen. Ongeveer 3 dagen later gaan de jongen rondzwemmen, vaak onder begeleiding van beide ouders. Ze kunnen gelijk Artemia-naupliën eten.

 

De ouders blijven nog ongeveer een week voor de jongen zorgen, daarna moeten ze worden verwijderd want anders gaan de ouders de jongen als een lekker hapje zien.