© Foto: Tropische vissengids

IUCN-status: Onzeker (2020)

Nederlandse naam: Vorkstaartregenboogvis.

Wetenschappelijke naam: Pseudomugil furcatus.

Synoniemen: Popondetta furcata, Popondichthys furcatus, Pseudomugil furcata.

Oorsprong: Nieuw-Guinea.

Biotoop: Australisch.

Geslachtsonderscheid: De mannetjes hebben helderder kleuren en een langere en meer uitgerekte rugvin dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 12 tot 16.

Licht: Matig.

Beplanting: Een dichte beplanting en drijfplanten om het licht te dimmen stellen ze erg op prijs. Er moet echter wel voldoende open zwemruimte overblijven.

Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout, stenen en takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 3 jaar.

Lengte: 4 tot 6 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Boven het midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Kan, mits de medebewoners kleine en rustige vissen zijn. Ze voelen zich echter beter in een speciaalaquarium.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 7 tot 10 dagen.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken met deze vis is niet zo moeilijk.

 

Men heeft een kweekbak nodig die beplant moet zijn met fijnbladige planten en/of Javamos, daar worden de eitjes tussen afgezet. Men kan een paartje in de kweekbak plaatsen of een groepje van 2 mannetjes en 3 vrouwtjes, dan heeft men meer kans op een succesvolle kweek.

 

Voer de vissen een week lang met met levend voer en diepvriesvoer. Dan duurt het vaak niet al te lang voordat er eitjes worden afgezet, dat gebeurt meestal in de ochtend en het liefst in het ochtendzonnetje. Het afzetten van de eitjes kan wel een paar dagen duren en er worden zo'n 20 tot 40 eitjes afgezet. Als u denkt dat ze klaar zijn met de ei afzetting kan men het beste de volwassen vissen verwijderen.

 

De eitjes komen na ongeveer 7 tot 10 dagen uit. Als de jongen gaan zwemmen kan men ze opkweken met fijn infuus en stofvoer, later met pas uitgekomen Artemia-naupliën.