Nederlandse naam: Rode regenboogvis.
Wetenschappelijke naam: Glossolepis incisus.
Synoniemen:
Oorsprong: Sentani meer op Irian Jaya (Papoea).
Biotoop: Australisch.
Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn veel kleurrijker dan de vrouwtjes en de volwassen mannetjes hebben een hogere lichaamsbouw.
Temperatuur: 22 - 24 graden Celsius.
pH: 7 tot 7,5.
GH: 8 tot 20.
Licht: Matig.
Beplanting: Een dichte beplanting en drijfplanten om het licht te dimmen stellen ze erg op prijs. Er moet echter wel voldoende open zwemruimte overblijven.
Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout, stenen en takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Matig.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 10 tot 15 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.
Aquariummaat: 150 cm.
Waterlaag: Midden.
Karakter: Vreedzaam maar wel schrikachtig.
Aantal: Schooltje van 5 of meer vissen.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na 7 tot 8 dagen.
Bijzonderheden: Deze soort staat op de IUCN-lijst aangegeven als bedreigd. Gaat u dus met deze soort kweken dan helpt u de soort in stand te houden. Let er echter wel op dat u geen andere soorten van deze familie (Melanotaeniidae) in het aquarium heeft zitten want ze kruizen gemakkelijk en dan gaat de soort en de kleur er op achteruit.
Kweekinfo: Het kweken met deze vis is redelijk eenvoudig.
Men heeft een ruime kweekbak nodig die beplant moet zijn met fijnbladige planten en/of Javamos. Als filter kan men het beste een sponsfilter gebruiken. Zorg eerst dat de waarden in de kweekbak optimaal zijn en plaats dan het mooiste en dominantste mannetje met een vrouwtje in de kweekbak.
Voer de vissen een paar keer per dag met levend voer en vers groenvoer. Ook de temperatuur een paar graden verhogen wil nog wel eens helpen tot een snellere afzetting. Dan duurt het vaak niet al te lang voordat er eitjes worden afgezet tussen de planten. Als de ouders eenmaal gaan uitrusten kan men het beste de plant met eitjes apart zetten om het opeten ervan te voorkomen. Het afzetten van de eitjes kan wel een paar dagen duren, er zullen echter steeds wat minder eitjes worden afgezet. Als u denkt dat ze klaar zijn met de ei afzetting of als het vrouwtje er vermoeid uit gaat zien kan men het beste de ouders verwijderen en de eventuele verwijderde planten met eitjes weer terug in de kweekbak plaatsen.
De eitjes komen na een dikke week uit en de jongen gaan gelijk op zoek naar voedsel. De jongen kan men opkweken met infusoria, azijnaaltjes of vloeibaar voedsel. Ook fijngewreven eigeel kan worden gegeven om de groeisnelheid te bevorderen. Daarna kan men pas uitgekomen Artemia-naupliën gaan voeren. De jongen groeien langzaam en de eerste twee maanden zijn bij de Rode Regenboogvis het moeilijkst. De jongen kunnen niet tegen vervuiling. Vuil moet dus goed worden afgeheveld en er moet zeer regelmatig water worden ververst.