Laatst bijgewerkt: 13 augustus 2025

🔎 Klik op kleine foto hieronder voor vergroting 🔍

© Foto 1, 2 en 3: Petra De Neve

Sherrybarbeel

Puntius titteya

Sri Lanka.


IUCN-status: Kwetsbaar (2019)

Nederlandse naam: Sherrybarbeel.

Wetenschappelijke naam: Puntius titteya.

Synoniemen: Barbus titteya, Capoeta titteya, Barbus frenatus.

Oorsprong: Azië.

Landen: Sri Lanka.

Leefomgeving: Van de oorspronkelijke leefomgeving van deze soort op Sri Lanka is nog maar weinig over. In 2006 resteerde hiervan slechts 4,6%. Toch zijn ze nog te vinden in enkele kleine, ongerepte beekjes met helder of lichtgekleurd, ondiep water. Deze stromen door het reservaat wat nog is overgebleven van hun vroegere verspreidingsgebied. Door de dichte begroeiing dringt er nauwelijks zonlicht door tot de bosbodem, waardoor de waterhabitats in de schaduw liggen. Dit zorgt voor relatief koele watertemperaturen, terwijl de geleidbaarheid en hardheid van het water doorgaans laag zijn en de pH licht zuur is.  Deze soort leeft bij voorkeur tussen macrofyten, planten die deels onder en deels boven water groeien. Helaas zijn ook deze planten schaars geworden. De beekbodem bestaat voornamelijk uit zand, bedekt met een laag afgevallen bladeren, takken en twijgen.

Geslachtsonderscheid: De mannetjes zijn veel feller van kleur dan de vrouwtjes en iets kleiner. Ook zijn de mannetjes wat slanker gebouwd dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 23 - 26 graden Celsius.

pH: 6 tot 6,5.

GH: 8 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Normale tot dichte beplanting.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 7 jaar.

Lengte: 4 tot 5 cm.

Voedsel: In de natuur eten ze een gevarieerd dieet van diatomeeën, algen, organisch afval, kleine insecten, wormpjes, schaaldieren en ander zoöplankton. In het aquarium kun je ze het beste voeren met levend of diepvriesvoer, zoals watervlooien, muggenlarven, artemia of grindalwormen. Vul dit aan met droogvoer of korrels met een hoog gehalte aan plantaardige ingrediënten of algenbestanddelen.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Vreedzaam, echter niet samen houden met Maanvissen, Betta splendens, Guppy's en de meeste Labyrintvissen (vanwege hun sprieten). Het zijn vinnenbijters.

Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 24 uur.

Bijzonderheden: De Sherrybarbeel is een echte Barbeelsoort, niet alleen wat soort betreft maar ook wat betreft het gedrag. Dat houdt dus in dat het vinnenbijters zijn (zie Karakter). Houdt ze in een school van minimaal 6 vissen, liever meer, anders gaan ze zich vervelen en gaan ze andere vissen (dus ook soortgenoten) pesten en achter najagen.

Kweekinfo: Het kweken met de Sherrybarbeel is redelijk eenvoudig.

De kweekbak hoeft niet al te groot te zijn, een afmeting van ongeveer 40 x 20 x 20 cm is al meer dan voldoende om het kweken succesvol te laten verlopen. Het water in de kweekbak dient lichtjes zacht te zijn, met een waarde van ongeveer +/- pH 6,5, wat ideaal is om een goede omgeving voor de vissen te creëren. Voor het afzetten van de eitjes zijn fijnbladige planten absoluut noodzakelijk; denk hierbij aan planten zoals Javamos of Cabomba, die een uitstekende schuilplaats en ondergrond bieden voor de eitjes.

Geef de Sherrybarbelen, voordat ze in de kweekbak worden geplaatst, gedurende een volledige week rijkelijk eiwitrijk voedsel. Dit zal ervoor zorgen dat de ei-productie bij het vrouwtje goed op gang komt, waardoor de kweekkansen aanzienlijk toenemen. Daarna kunt u eenvoudig observeren welke vissen natuurlijke koppels vormen en deze koppels selecteren om in de kweekbak te plaatsen. Het is aan te raden om deze vissen bij voorkeur in de late namiddag in de kweekbak te zetten, aangezien ze doorgaans de volgende ochtend beginnen met paren.

Na de succesvolle paring zullen er ongeveer 300 eitjes tussen de planten worden afgezet. Zodra de eitjes zijn afgezet, is het belangrijk om de ouderdieren uit de kweekbak te verwijderen, omdat hun taak er op dat moment op zit en ze anders de eitjes kunnen opeten. De jongen zullen, afhankelijk van de omstandigheden, na ongeveer 24 uur uitkomen. Wanneer de jongen beginnen te zwemmen, wat meestal twee dagen later gebeurt, kunt u ze het beste voeren met infusorien en vloeibaar voedsel. Vervolgens kan men langzaam overstappen op stofvoer en pas uitgebroede Artemia om de jonge visjes optimaal te laten groeien.


Hoe nuttig vond je dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 24-02-2025)

Rating: 5 sterren
2 stemmen