Laatst bijgewerkt: 19 mei 2025
IUCN-status: Niet bedreigd (2018)
Nederlandse naam: Signaalstreep Moenkhausia.
Wetenschappelijke naam: Moenkhausia costae.
Synoniemen: Tetragonopterus costae.
Oorsprong: Zuid-Amerika.
Landen: Brazilië.
Leefomgeving: Ze leven in de rivieren São Francisco en Itapicuru, waar hun natuurlijke habitat wordt gevormd door dichtbegroeide, ondiepe wateren vol onderwaterplanten. De bodem is doorgaans bedekt met zand of fijn grind. Dit tropische leefgebied kent geen opvallende seizoensgebonden overstromingen of droogteperiodes.
Geslachtsonderscheid:
Temperatuur: 23 - 26 graden Celsius.
pH: 6 tot 7,5.
GH: 4 tot 10.
Licht: Matig.
Beplanting: Normale beplanting en wat drijfplanten.
Bodembedekking: Zand of grind. Verder mogen stukken hout, takken en stenen ook niet ontbreken.
Stroming: Zwak tot matig.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 6 tot 7 cm.
Voedsel: Deze vissen zijn alleseters en hebben in hun natuurlijke leefomgeving een gevarieerd dieet. Zorg voor een uitgebalanceerde voeding met hoogwaardige vlokken, pellets en aanvullende voeding zoals levend of diepvriesvoer, bijvoorbeeld pekelkreeftjes, watervlooien en bloedwormen.
Aquariummaat: 80 cm.
Waterlaag: Midden.
Karakter: Redelijk vreedzaam als ze maar in een grote school worden gehouden en het zijn snelle zwemmers wat stress kan veroorzaken bij rustige of langzaam zwemmende medebewoners.
Aantal: Schooltje van minstens 6 vissen maar liever meer. Als hun school te klein is willen ze wel eens gaan vinnenbijten bij vissen met lange vinnen, dus voor de zekerheid niet met dergelijke soorten samen houden.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja (zie karakter).
Tijd voor uitkomen eitjes: Na 24 tot 36 uur.
Bijzonderheden: De Moenkhausia costae wordt zelden geïmporteerd en men zal ze niet vaak in de handel zien.
Kweekinfo: Er is weinig bekend over het kweken met deze soort.
Voor een succesvolle kweek wordt aanbevolen een kweekbak te gebruiken met zacht, licht zuur water. Zorg daarnaast voor een overvloed aan planten in de bak. Voordat je een paartje in de kweekbak plaatst, is het belangrijk om de vissen gedurende een week goed te voeren met een gevarieerd dieet.
De paring vindt meestal plaats in de vroege ochtend. De vissen leggen daarbij honderden eitjes die verspreid worden over de planten in de bak.
Na 24 tot 36 uur komen de eitjes uit. Drie tot vier dagen later beginnen de jongen vrij rond te zwemmen. Vanaf dat moment kun je ze voeren met infusoriën. Zodra ze wat groter zijn, is het mogelijk om ze artemia-naupliën te geven als voedsel.
Hoe nuttig vond je dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 28-02-2025)