© Foto: Claudia Verspaandonk

© Foto: Peter Swaager

© Foto: Peter Swaager

Naam: Zweepstaart parva.

Wetenschappelijke naam: Rineloricaria parva.

Synoniemen: Loricaria parva, Hemiloricaria parva.

Oorsprong: Brazilië, Paraguay en Argentinië.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes krijgen baardharen op hun kop en borstvinnen.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6 tot 7,8.

GH: 6 tot 13.

Licht: Matig.

Beplanting: Normale beplanting en eventueel wat drijfplanten om het licht te dimmen.

Bodembedekking: Bij voorkeur fijn afgerond zand, eventueel is fijn afgerond grind ook een mogelijkheid. Stukken (kien)hout, stenen, rotsen en takken waarmee schuilplaatsen zijn gemaakt mogen zeker niet ontbreken.

Stroming: Matig tot sterk.

Leeftijd: Onbekend.

Lengte: 11 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, algen, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 75 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Solitair of als een groepje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 4 tot 5 dagen.

Bijzonderheden: Deze vis wordt 's avonds en 's nachts actief, dus moeten er genoeg schuilplaatsen zijn waar hij zich overdag terug kan trekken. Hij houdt niet van hoge temperaturen.

 

Kweekinfo: Het kweken is niet al te moeilijk.

 

Men kan het beste dan een groepje nemen van 5 of 6 vissen waar zich vanzelf wel een koppeltje uit vormt die men dan in een kweekbak kan plaatsen.

 

Om de vissen aan te moedigen om te gaan paren kan men het beste het regenseizoen nabootsen door een grote hoeveelheid water te verversen dat iets kouder is dan het aquariumwater ( 1 tot 1,5 graden). Zorg dat er stenen en/of grotten zijn, ook kan men pvc buizen in het aquarium plaatsen waar het vrouwtje haar eitjes kan leggen. Het mannetje zal de plaats uitkiezen en deze grondig schoonmaken. Na de paring zorgt en bewaakt het mannetje de eitjes, het vrouwtje speelt dan geen rol meer en die kan men dan het beste verwijderen uit de kweekbak.

 

De eitjes komen na 4 tot 5 dagen uit en nog eens 2 tot 3 dagen daarna gaan de jongen zwemmen, dan zit ook de rol van het mannetje erop en kan deze ook verwijderd worden.

 

Ze kunnen meteen groenten, stukjes komkommer etc. eten. Artemia-naupliën gaat er ook prima in. De jongen moeten wel veel eten, als men te weinig voert sterven de jongen snel, dus dat moet voorkomen worden. Ze zijn ook gevoelig voor de waterkwaliteit en kleine dagelijkse waterverversingen wordt dan ook aanbevolen.