IUCN-status: Niet bedreigd (2019)
Nederlandse naam: Diamantregenboogvis.
Wetenschappelijke naam: Melanotaenia praecox.
Synoniemen: Rhombatractus praecox.
Oorsprong: West-Papoea.
Biotoop: Australisch.
Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes ontwikkelen de voor regenboogvissen zo kenmerkende hoge rug en schouders. De vrouwtjes hebben dit niet en blijven ook wat kleiner.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 6,5 tot 7,5.
GH: 5 tot 15.
Licht: Matig.
Beplanting: Een dichte beplanting en drijfplanten om het licht te dimmen stellen ze erg op prijs. Er moet echter wel voldoende open zwemruimte overblijven.
Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout, stenen en takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Zwak tot matig.
Leeftijd: 4 jaar.
Lengte: 6 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.
Aquariummaat: 100 cm.
Waterlaag: Midden.
Karakter: Zeer vreedzaam.
Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 1 week.
Bijzonderheden:
Kweekinfo: Het kweken met deze vis is vrij makkelijk.
Men heeft een kweekbak nodig die beplant moet zijn met fijnbladige planten en/of Javamos, daar worden de eitjes tussen afgezet. Men kan een paartje in de kweekbak plaatsen of een groepje van 2 mannetjes en 3 vrouwtjes, dan heeft men meer kans op een succesvolle kweek.
Voer de vissen een week lang met met levend voer en diepvriesvoer. Dan duurt het vaak niet al te lang voordat er eitjes worden afgezet. Het afzetten van de eitjes kan wel een paar dagen duren en er worden zo'n 50 tot 60 eitjes afgezet. Als u denkt dat ze klaar zijn met de ei afzetting kan men het beste de volwassen vissen verwijderen. Ze kijken vaak niet om naar de eitjes, maar de jongen zullen ze zeker opeten.
De eitjes komen na ongeveer een week uit. Als de jongen gaan zwemmen kan men ze opkweken met stofvoer, pas uitgekomen Artemia-naupliën en watervlooien.