© Foto's: Anita Van Drunen - de Wagt

Naam: Valse Siamese algeneter.

Wetenschappelijke naam: Garra cambodgiensis.

Synoniemen: Cirrhina cambodgiensis, Garra taeniata, Garra taeniatops, Garra parvifilum.

Oorsprong: Thailand, Laos, Vietnam, Cambodja.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Lastig te zien, maar volwassen mannetjes hebben felrode monddelen tijdens de paarperiode en de vrouwtjes zijn duidelijk dikker. Verder zijn vaak de uitstulpingen op de kop bij de volwassen mannetjes wat duidelijker aanwezig.

Temperatuur: 20 - 27 graden Celsius.

pH: 6 tot 7,5.

GH: 3 tot 15.

Licht: Normaal tot veel.

Beplanting: Normale beplanting.

Bodembedekking: Zand of fijn afgerond grind. Hier en daar wat (platte) stenen waar ze op kunnen liggen, en die ze af kunnen grazen van alg, stellen ze op prijs. Schuilplaatsen mogen ook zeker niet ontbreken.

Stroming: Matig tot sterk.

Leeftijd: Onbekend.

Lengte: 12 tot 15 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 120 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Vredelievend, behalve tegenover soortgenoten.

Aantal: Solitair houden, op oudere leeftijd vallen ze soortgenoten aan. Op jongere leeftijd kunnen ze als groepje worden gehouden.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: Binnen 1 dag.

Bijzonderheden: De Garra cambodgiensis wordt erg vaak verward met de Crossocheilus oblongus en zelfs als zodanig verkocht.

Kweekinfo: Kweken met de Garra cambodgiensis is niet al te moeilijk. Men heeft een dicht beplant aquarium nodig wat is voorzien van een afzetrooster. Na het afzetten van de eitjes moeten de ouders zo snel mogelijk verwijderd worden anders eten ze de eitjes op.

Als de jongen gaan zwemmen kan men ze groot brengen met raderdiertjes en het fijnste stofvoer.