Naam: Chocoladegoerami.
Wetenschappelijke naam: Sphaerichthys osphromenoides.
Synoniemen: Sphaerichthys osphromenoides osphromenoides, Sphaerichthys osphronemoides.
Oorsprong: Sumatra, Maleisië en Malakka.
Biotoop: Aziatisch.
Geslachtsonderscheid: Mannetjes zijn ronder van vorm en de kleuren zijn minder fel.
Temperatuur: 23 - 25 graden Celsius.
pH: 4 tot 6,5.
GH: 0 tot 5.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.
Bodembedekking: Bij voorkeur hebben ze een zanderige bodem. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout, stenen en/of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Zwak.
Leeftijd: 3 jaar.
Lengte: 5 cm.
Voedsel: Droogvoer en levend voer.
Aquariummaat: 60 cm.
Waterlaag: Midden.
Karakter: Vreedzaam.
Aantal: Per paartje.
Geschikt voor: Ervaren aquariaan.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.
Tijd voor uitkomen eitjes: Circa 2 weken.
Bijzonderheden: Deze goerami soort is geen schuimnestbouwer, zoals vroeger werd aangenomen, maar een muilbroeder. De vis is erg gevoelig voor verandering van de watersamenstelling en gevoelig voor bacteriën en parasieten.
Kweekinfo: Het kweken met deze vissoort is niet eenvoudig, maar wel mogelijk.
De Chocoladegoerami is geen geschikte vis om met andere vissoorten samen te worden gehouden. Hou ze daarom alleen in een speciaal voor deze vis aangepast aquarium, dus met veel beplanting. Soortgenoten kunnen wel samen worden gehouden.
De beste condities zijn (ook voor de kweek): Temperatuur 25 graden Celsius en waterwaarden van PH 4 tot 6, KH 1 en GH 4.
Het bijzondere aan de Chocoladegoerami is dat het geen schuimnestbouwer, zoals de meeste goerami soorten zijn, maar een muilbroeder is.
Tijdens de balts draaien ze om elkaar heen waardoor een soort van kuiltje in het zand ontstaat. Daarin worden de eitjes gelegd door het vrouwtje. Na bevruchting door het mannetje neemt het mannetje de eitjes in zijn bek om ze uit te broeden. Dat duurt ongeveer 2 weken en al die tijd zal het mannetje niet eten waardoor te zien is dat hij erg zal afvallen. Als de jongen worden uitgespuugd gaat dat in een enorm tempo waardoor het lijkt of ze gelanceerd worden. Eenmaal uitgespuugd worden de jongen niet meer in de bek genomen en staan ze op zichzelf.
Hoewel de ouders niet echt achter de jongen aanjagen kunnen ze toch wel beter apart worden gezet want als ze de kans krijgen dan pakken ze er zo nu en dan wel één. De jongen kunnen gelijk Artemia-naupliën eten.