© Foto's: Gert Aalderink

Naam: Ruby tetra.

Wetenschappelijke naam: Axelrodia riesei.

Synoniemen: 

Oorsprong: Colombia.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn iets kleiner en intensiever gekleurd dan de vrouwtjes, ook zijn de vrouwtjes wat voller gebouwd.

Temperatuur: 20 - 28 graden Celsius.

pH: 4 tot 6,5.

GH: 5 tot 8.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten met in het midden open zwemruimte.

Bodembedekking:  Op een donkere bodembedekking van zand of grind komen hun kleuren beter uit. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 3 jaar.

Lengte: Mannetjes 1,5 cm en vrouwtjes 2 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Boven en midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minimaal 10 vissen.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee, vanwege hun geringe formaat kan men ze beter in een speciaal aquarium houden of samen houden met andere kleine soorten.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 2 dagen.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken met de Ruby tetra is lastig maar mogelijk.

 

Als men de visjes in zacht, licht zuur water houdt en met fijnbladige planten dan komen de jongen vaak vanzelf wel maar de moeilijkheid is dat men ze vaak niet eens ziet.

 

De beste waterwaarden zijn een pH van 6, een GH van 4 tot 6 en verhoog de temperatuur langzaam naar zo'n 26 tot 27 graden Celsius.

 

Men kan ook een mannetje met een paar vrouwtjes in een aparte kweekbak zetten en ze veel klein levend voer geven. Laat ze daar een paar dagen in zitten, als men eitjes ziet liggen verwijder dan de visjes want ze kunnen ze opeten. Een van te voren geplaatst gaasje over de bodem kan dat voorkomen. Het paren gebeurt meestal in de vroege ochtend, als de zon net opkomt. Er kunnen zo'n 100 tot 150 eitjes worden gelegd.

 

Als de ouders verwijderd zijn moet de kweekbak ongeveer 1 week donker worden gehouden want de eitjes en de jongen zijn erg gevoelig voor licht. Verhoog daarna langzaam de verlichting.

 

Na 24 tot 48 uur komen de eitjes uit en de larven kunnen eerst nog op hun dooierzak teren. Na 3 tot 4 dagen kunnen ze vrij rond zwemmen en kan men ze voeren met infusiediertjes, men kan ze de eerste 2 tot 4 weken ook eigeel geven.

 

Het moeilijkste is echter wel dat de eitjes en de jongen zo klein zijn dat men ze met het blote oog bijna niet kan zien, een vergrootglas mag dus niet ontbreken.