© Foto: Anita Van Drunen-de Wagt

© Foto: Jeroen Beumer

Naam: Sleutelgatcichlide.

Wetenschappelijke naam: Cleithracara maronii.

Synoniemen: Acara maronii, Aequidens maronii, Cleithracara maroni.

Oorsprong: Venezuela, Frans Guyana en Suriname.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Pas te zien als ze volwassen zijn. Mannetjes worden groter en zijn forser gebouwd dan de vrouwtjes. De anaal- en rugvin van de mannetjes worden ook langer dan die van de vrouwtjes.

Temperatuur: 21 - 28 graden Celsius.

pH: 4 tot 7,5.

GH: 2 tot 15.

Licht: Matig tot normaal.

Beplanting: Ze houden van dichte beplanting.

Bodembedekking: Zand of afgerond grind, hoewel ze zelden graven. Ook stukken hout, takken en stenen mogen niet ontbreken. Tevens worden bladeren op de bodem op prijs gesteld.

Stroming: Matig tot sterk.

Leeftijd: 7 jaar.

Lengte: Mannetje tot 11 cm en vrouwtje tot 8 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Paartje of een groepje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee, men kan ze wel prima samenhouden met bijvoorbeeld Maanvissen, Dwergcichliden en soortgenoten.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 3 tot 5 dagen.

Bijzonderheden: Ze zijn behoorlijk vreedzaam tenzij ze een nest of jongen hebben, dan kunnen ze vrij agressief worden.

Kweekinfo: Het kweken met de Sleutelgatcichlide is vrij makkelijk.

Er is niet veel nodig om ze aan het kweken te krijgen, schoon water en goede voeding is voldoende om ze in de goede conditie te krijgen.

Het paartje zal een goede locatie uitzoeken in het aquarium, meestal is dat een stevig plantenblad, een stuk kienhout of een steen. Ze kunnen echter ook een "holletje" ervoor uitkiezen, dat kan een halve kokosnoot of een bloempotje zijn. De locatie zal dan grondig schoongemaakt worden door beide vissen.

Het vrouwtje zal rijtjes eitjes leggen waarna het mannetje ze zal bevruchten. Er kunnen zo'n 350 eitjes worden gelegd die na 3 tot 5 dagen uitkomen. Beide ouders zullen voor de jongen zorgen en dat kan wel een aantal maanden doorgaan.

 

Men kan de jongen opkweken met Artemia-naupliën, microwormen en een goede kwaliteit poedervoer voor jongen. Later kan men ze cyclops geven.