© Foto: Eric Cruypelinck

Naam: Otopharynx tetraspilus.

Wetenschappelijke naam: Otopharynx tetraspilus.

Synoniemen: Haplochromis tetraspilus, Cyrtocara tetraspilus.

Oorsprong: Afrika (Malawi Meer).

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes worden groter dan de vrouwtjes en zijn kleurrijker.

Temperatuur: 23 - 28 graden Celsius.

pH: 7,5 tot 8,5.

GH: 8 tot 15.

Licht: Normaal.

Beplanting: Dichte beplanting.

Bodembedekking: Bij voorkeur een fijne zandbodem of fijn grind. Verder de bak inrichten met veel schuilplaatsen zoals stenen en grotten.

Stroming: Zwak tot matig.

Leeftijd: 10 jaar.

Lengte: Mannetjes tot 16 cm en vrouwtjes tot 14 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 200 cm.

Waterlaag: Boven en midden.

Karakter: Mannetjes onderling mild agressief.

Aantal: 1 mannetje met 2 of 3 vrouwtjes of een meervoud hiervan.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitspugen eitjes: 3 weken.

Bijzonderheden: Ze kunnen het beste met andere rustige Cichliden worden samen gehouden. Het beste voelen ze zich in een beplant aquarium met rotspartijen waar ze zich kunnen verstoppen als dat nodig mocht zijn. In verhouding tot hun lengte hebben ze wel een groot aquarium nodig, 200 cm is aan te raden.

Kweekinfo: Het kweken met deze soort is vrij makkelijk.

 

Het mannetje maakt een kuiltje in het zand en lokt het vrouwtje daar naartoe om te paren. Het vrouwtje legt de eitjes en neemt ze direct in haar bek, de bevruchting vindt plaats volgens de eivlekmethode. Er worden ongeveer 40 eitjes gelegd.

 

De uitgebroede jongen worden na ongeveer drie weken uitgespuugd.


De jongen kunnen direct gevoerd worden met fijn gewreven vlokvoer en Artemia-naupliën.