© Foto's: Hans Slappendel

Naam: Bujurquina oenolaemus.

Wetenschappelijke naam: Bujurquina oenolaemus.

Synoniemen: 

Oorsprong: Bolivia.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Lastig te zien, de mannetjes hebben wat langere vinnen en zijn iets groter dan de vrouwtjes als ze volwassen zijn.

Temperatuur: 25 - 30 graden Celsius.

pH: 6 tot 8,5.

GH: 3 tot 6.

Licht: Zwak tot matig.

Beplanting: Normale beplanting.

Bodembedekking: Een zanderige bodem heeft hun voorkeur. Gedroogd bladafval op de bodem houden ze ook van (beuken-, eiken- of Ketapang-amandelbladeren zijn allemaal geschikt).

Stroming: Zwak tot matig.

Leeftijd: 

Lengte: Vrouwtje 11 cm en mannetje 12 cm.

Voedsel: Klein levend voer, slakjes, diepvriesvoer of droogvoer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Vreedzaam, echter kunnen de mannetjes nog wel eens agressief zijn tegen andere cichliden die op hen lijken.

Aantal: Paartje of als een groepje van minimaal 5 vissen. Als een groepje moet natuurlijk het aquarium wel groter zijn dan 100 cm.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits samengehouden met niet al te kleine vissen want die zien ze als voer.

Tijd voor uitspugen eitjes: 

Bijzonderheden: Richt het aquarium in met rotspartijen en bladeren waar ze hun eitjes opleggen. Deze soort wordt overigens maar zelden aangeboden want ze mogen niet meer worden geïmporteerd vanuit Bolivia.

Kweekinfo: De kweek met de Bujurquina oenolaemus is niet al te moeilijk.

 

Het vrouwtje plaatst de eitjes op een stuk blad of ander verwijderbaar voorwerp en bewaakt de eitjes totdat ze uitkomen. Dan neemt hij ze in zijn mond. Bij gevaar verbergt ze het blad of draait het gewoon om zodat de eitjes niet zichtbaar zijn. Beide ouders zorgen voor de eitjes.

 

Als de jongen vrij gaan rondzwemmen kunnen ze vanaf dan met raderdiertjes, microwormen en Artemia-naupliën worden grootgebracht. Beide ouders zullen de jongen zo goed mogelijk beschermen en verzorgen.