© Foto: Petra De Neve

© Foto: Petra De Neve

© Foto: Monique Nuijten

Naam: Kleine Knorgoerami of Dwergknorgoerami.

Wetenschappelijke naam: Trichopsis pumila.

Synoniemen: Trichopsis pumilus, Ctenops pumilus, Trichopsis pumilis.

Oorsprong: Sumatra, Thailand, Vietnam en ZO-Azië.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Lastig te zien, ook al door hun kleine formaat. Doch het mannetje is iets kleurrijker en heeft wat langere vinnen dan het vrouwtje.

Temperatuur: 23 - 27 graden Celsius. In de natuur hebben deze visjes te maken met schommelende temperaturen. Zorg ervoor dat dat ook in het aquarium het geval is anders leven ze niet erg lang.

pH: 6 tot 7.

GH: 5 tot 8.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking: Zand of grind bij voorkeur in een donkere kleur. Stukken (kien)hout, rotsen en/of takken worden zeker op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 3 tot 4 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en vooral klein levend voer.

Aquariummaat: 50 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: 1 mannetje met meerdere vrouwtjes of een grote groep.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits samengehouden met kleine en rustige soorten.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 48 uur.

Bijzonderheden: Dit visje komen we zelden tegen in de aquarium speciaalzaak en als ze er al zijn vallen ze niet op omdat ze in de kale aquaria van de winkel nauwelijks opvallen. Ze zijn dan grijs met een iets donkerder streep over het lichaam. Pas in een goed ingericht aquarium komen hun kleuren naar voren en zijn het fraaie visjes om te zien. Hun naam "Knorgoerami" danken ze aan de knorgeluidjes die ze maken tijdens de balts.

Kweekinfo: Het kweken met de Kleine Knorgoerami is erg lastig.

 

Het moeilijkste is gelijk al om een koppeltje te vinden, daar het verschil erg moeilijk te zien is. Mocht dit toch gelukt zijn plaats ze dan in een aparte kweekbak met ongeveer 10 centimeter water erin. Er mag  geen stroming in het water zijn omdat dan het schuimnest kapot gaat.

 

Begint het mannetje eenmaal aan de bouw van het schuimnest dan ziet dat nest er zeer slordig uit. Er worden ongeveer 170 eitjes in het schuimnest gelegd en het mannetje bewaakt en verzorgt het nest. Tijdens de balts maken ze knorrende geluidjes, vandaar hun Nederlandse naam Knorgoerami. Het zijn vredelievende visjes, maar tijdens het bewaken van het schuimnest kan het mannetje wat agressief uit de hoek komen.

 

De eitjes komen na 2 dagen al uit en vrij kort daarna gaan de jongen vrij rondzwemmen. De jongen leven in de natuur van zéér kleine prooien die voorkomen in groen water, ook kan men groene algenflappen uitknijpen waarin de kleine prooien aanwezig zijn. Later kan men ze dan pantoffeldiertjes en pas uitgekomen Artemia-naupliën gaan geven. Het zal dus niet meevallen om de kleintjes groot te brengen.