© Foto: Alex van der Vliet

© Foto: Bart de Neve

IUCN-status: Niet bedreigd (2006)

Nederlandse naam: Dwergmeerval.

Wetenschappelijke naam: Synodontis petricola.

Synoniemen: Synodontis multimaculatus.

Oorsprong: Midden-Afrika (Tanganyikameer).

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: De volwassen mannetjes ontwikkelen een geslachtspapil nabij de anus en het vrouwtje is molliger van vorm. Ze zijn pas op late leeftijd (5-6 jaar) sexueel rijp.

Temperatuur: 22 - 27 graden Celsius.

pH: 7 tot 8,4.

GH: 7 tot 11.

Licht: Matig.

Beplanting: Normale beplanting stellen ze wel op prijs maar is niet noodzakelijk omdat ze voorkomen in het Tanganyikameer.

Bodembedekking: Bij voorkeur fijn afgerond zand, eventueel is fijn afgerond grind ook een mogelijkheid. Stukken (kien)hout, rotsen en takken waarmee schuilplaatsen zijn gemaakt mogen zeker niet ontbreken.

Stroming: Matig tot sterk.

Leeftijd: 10 jaar.

Lengte: 8 tot 10 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Bodembewoner.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Groepje van 5 of meer.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: 

Bijzonderheden: Als men deze vissen in een groepje van 5 of meer exemplaren houdt zal men ze regelmatig zien, heeft men minder dan 5 verstoppen ze zich het grootste gedeelte van de dag en worden pas als het donker is actief. De Dwergmeerval kan prima worden samengehouden met Tanganyika-Cichliden omdat ze uit dezelfde biotoop komen en dus dezelfde watereisen hebben.

Kweekinfo: Het kweken met de Dwergmeerval is lastig.

 

Voor de kweek kan men het beste een bloempot en een schaaltje met knikkers gebruiken. Plaats het schaaltje met knikkers op de bodem van het aquarium en zet de bloempot op de kop eroverheen. In de zijkant van de bloempot moet een gat zijn gemaakt van 3 tot 4 cm. De knikkers dienen ter bescherming van de eitjes, deze vallen ertussen zodat andere vissen, maar zeker ook de ouders, ze niet op kunnen eten.

 

Als men ziet dat een koppeltje zich terug trekt in de bloempot en gaat paren moeten de eitjes binnen 24 uur eruit worden gehaald omdat ze anders beschimmelen en de kweek dus mislukt. De eitjes kun je in een kweeknetje plaatsen in het aquarium van de ouders. Witte (niet bevruchte) eitjes en eitjes die beschimmeld zijn direct verwijderen omdat anders ook de anderen gaan beschimmelen.

 

Als de eitjes uitkomen kunnen de larven nog een aantal dagen teren op hun dooierzak en hebben dus nog geen voeding nodig. Als de dooierzak op is kan men gaan voeren met pas uitgekomen Artemia-naupliën, cyclops en fijn stofvoer. De jongen zijn erg kwetsbaar en het netje dient dan ook goed schoon te worden gehouden. Hiervoor kan men een paar Posthoornslakjes in het netje plaatsen. Zij ruimen niet alleen de rommel en voedselresten op, maar ook beschimmelde en/of onbevruchte eitjes. Gaat men water verversen, doe dat dan liever in een paar keer een klein beetje dan in één keer een grote hoeveelheid want een te grote schommeling van de watersamenstelling is dodelijk voor de jongen.



👉 Misschien vindt u onderstaande Synodontis soorten ook interessant:

Synodontis nigriventris

(Afrikaanse rugzwemmer)

Synodontis multipunctatus

(Koekoeksmeerval)

Synodontis njassae

(Malawi synodontis)

Synodontis angelicus

(Polka-dot meerval)

Synodontis ocellifer

(Geen Nederlandse naam)