© Foto: Eric Cruypelinck

IUCN-status: Niet bedreigd (2018)

Nederlandse naam: Copadichromis trewavasae likoma.

Wetenschappelijke naam: Copadichromis trewavasae likoma.

Synoniemen: Copadichromis chrysonotus, Haplochromis chrysonotus, Copadichromis mloto.

Oorsprong: Tanzania en Mozambique (Malawi Meer).

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes worden groter en zijn mooier gekleurd dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 25 - 29 graden Celsius.

pH: 7,5 tot 8,5.

GH: 4 tot 12.

Licht: Normaal.

Beplanting: Alleen harde, sterke planten komen in aanmerking.

Bodembedekking: Bij voorkeur een fijne zandbodem waar ze graag in graven. Verder de bak inrichten met veel stenen en grotten.

Stroming: Matig tot hard.

Leeftijd: 7 jaar.

Lengte: Vrouwtjes 12 cm en mannetjes 14 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 150 cm.

Waterlaag: Alle waterlagen.

Karakter: Redelijk vreedzaam.

Aantal: 1 mannetje met 2 of 3 vrouwtjes. Ze kunnen in een school worden gehouden maar dan heeft men wel een zéér groot aquarium nodig, zorg ook dan voor meer vrouwtjes dan mannetjes.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitspugen eitjes: 3 weken.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: Het kweken met deze soort is eenvoudig.

 

Voor de kweek hoeft men niets bijzonders te doen, ze gaan meestal gewoon vanzelf paren. Dat gebeurt vaak bij een rotspartij. Na de paring zal het vrouwtje de eitjes in haar bek nemen waar ze worden uitgebroed (muilbroeder).


Als je hele nesten over wilt houden, is het beter om het vrouwtje na 2 weken broeden uit te vangen en apart te zetten. Vang haar niet eerder uit, je loopt dan kans dat ze de eieren te vroeg uit spuugt en niet meer opneemt. Na drie weken broeden spuugt ze de jongen uit. De jongen kunnen direct gevoerd worden met fijn gewreven droogvoer en cyclops.