© Foto's: Eddy Spriet

Naam: Spatzalm.

Wetenschappelijke naam: Copella arnoldi.

Synoniemen: Copeina arnoldi.

Oorsprong: Zuid-Amerika (Brazilië, Frans-Guyana, Suriname en Guyana).

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes zijn groter dan de vrouwtjes en hebben tevens langere vinnen.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 3 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting. Drijfplanten zijn aan te raden en dan kan tevens de verlichting wat sterker.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: Vrouwtjes 6 cm en mannetjes tot 8 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Boven het midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minstens 5 vissen.

Geschikt voor: Ervaren aquariaan.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee, ze komen beter tot hun recht in een speciaal aquarium.

Tijd voor uitkomen eitjes: 2 tot 3 dagen.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: Het kweken met de Spatzalm is moeilijk, dit komt met name omdat de eieren boven water gelegd worden. Dit doen de vissen door uit het water te springen. Wanneer het mannetje de eitjes bevrucht heeft beschermt hij deze en zorgt hij ervoor dat de eitjes nat blijven door ze te bespatten met water, vandaar ook de Nederlandse naam spatzalm.

 

Het paartje dient allereerst goed te worden gevoed, vooral met levend voer voordat ze in de kweekbak worden geplaatst.

 

Men heeft dus een kweekbak nodig die ongeveer voor de helft met water is gevuld, de beplanting kunnen waterplanten zijn die boven het water uitgroeien, ook kan men bijvoorbeeld een kamerplant(en) nemen en die zo plaatsen dat de bladeren boven het water hangen. Denk eraan dat het zand in de bloempot geen contact maakt met het water, plaats er bijvoorbeeld een waterdichte plastic ompot omheen. Heeft men een glazen afdekruit dan worden daar vaak de eitjes tegen afgezet.

 

Denkt men een geschikt koppel te hebben, plaats ze dan in de kweekbak. Goede waterwaarden voor de kweek zijn een temperatuur van 26° Celsius, een DGH tussen de 3 en 4 en een DKH van 1. Als ze gaan paren springen de beide vissen uit het water en blijven even aan een blad kleven, het vrouwtje zet dan wat eitjes af en laat zich weer in het water vallen, daarna bevrucht het mannetje de eitjes om zich ook weer in het water te laten vallen. Als ze klaar zijn zullen er zo'n 150 tot 200 eitjes zijn afgezet. Het mannetje zorgt voor de eitjes en beschermt ze door ze nat te blijven spatten met water, daar komt de Nederlandse naam Spatzalm vandaan.

 

De eitjes komen na 2 tot 3 dagen uit en na nog eens 3 dagen zwemmen ze vrij rond en kan men ze voeren met pantoffeldiertjes. Na nog eens 8 dagen zijn ze groot genoeg om pas uitgekomen Artemia-naupliën en niet lang daarna Cyclops te eten.