© Foto's: Henk Grundmeijer

Naam: Desmopuntius rhomboocellatus, wordt vaak ook wel Snakeskin barbeel genoemd.

Wetenschappelijke naam: Desmopuntius rhomboocellatus.

Synoniemen: Puntius rhomboocellatus, Barbus rhomboocellatus, Systomus rhomboocellatus, Barbus tetrazona, Barbus kahajani.

Oorsprong: Borneo (Indonesië).

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje is feller van kleur en iets kleiner dan het vrouwtje.

Temperatuur: 20 - 28 graden Celsius.

pH: 4,5 tot 7,5.

GH: 8 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Normale beplanting.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Zwak tot matig.

Leeftijd: 10 jaar.

Lengte: Mannetje 5 cm en vrouwtje 5,5 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Onder en midden.

Karakter: Zeer vreedzaam, alleen mannetjes onderling gaan nogal eens ruzie met elkaar zoeken.

Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen, liever meer.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: 24 tot 36 uur.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: Het kweken is niet al te makkelijk.

 

Gebruik een kweekbak van 40 x 25 x 25 met op de bodem 2 of 3 lagen knikkers, daar kunnen de eitjes tussen vallen na de afzetting zodat de ouders ze niet op kunnen eten. Leg op de knikkers een flinke hoeveelheid Javamos en andere fijnbladige planten. De kweekbak kan het best op een donkere plaats worden gezet met een zwak lampje er boven. Zet de temperatuur op 26 tot 27 graden Celsius, dus iets hoger dan normaal. Het water moet zacht en zuur zijn (pH 6 en GH <12). Het beste kan worden gefilterd over turf.

 

Geef het koppel, voor ze in de kweekbak worden geplaatst, een week lang veel levend voer. Dat zal de ei productie bij het vrouwtje op gang brengen.

 

Plaats het koppeltje in de kweekbak. De paring gebeurt vaak de volgende ochtend, gebeurt er niets dan kan een gedeeltelijke waterverversing ook nog wel eens helpen voor het aanzetten tot de paring. Na de ei afzetting kunt u de ouders verwijderen, hun taak zit er nu op. Vaak worden er zo'n 200 eitjes afgezet. De jongen komen na ongeveer 1 tot 2 dagen uit. Als ze vrij gaan zwemmen, meestal 5 dagen na het uitkomen, kan men ze voeren met stofvoer en pas uitgekomen Artemia-naupliën. Voer ze meerdere malen per dag kleine beetjes, dat bevorderd de groei van de jongen.