Laatst bijgewerkt: 18 mei 2025
IUCN-status: Niet geëvalueerd
Nederlandse naam: Roodbuikpiranha.
Wetenschappelijke naam: Pygocentrus nattereri.
Synoniemen: Rooseveltiella nattereri, Pygocentrus altus, Serrasalmo ternetzi, Pygocentrus ternetzi, Serrasalmus ternetzi, Pygocentrus piraya, Serrasalmo piranha, Serrasalmus nattereri, Pygocentrus stigmaterythraeus.
Oorsprong: Zuid-Amerika.
Landen: Brazilië, Ecuador, Peru, Bolivia, Guyana, Venezuela, Paraguay, Uruguay en Argentinië.
Leefomgeving: Deze soort komt voor in diverse habitattypen binnen zijn verspreidingsgebied. Je kunt hem aantreffen in grote rivierbeddingen, kleinere zijrivieren, hoefijzermeren, overstromingsmeren en zelfs in kunstmatige meren die zijn ontstaan door de aanleg van dammen en andere menselijke ingrepen in het landschap.
Geslachtsonderscheid: Het mannetje is doorgaans iets kleiner en de buikkiel is meer V-vormig t.o.v. de U-vorm bij het vrouwtje.
Temperatuur: 22 - 30 graden Celsius.
pH: 5 tot 8.
GH: 8 tot 11.
Licht: Matig tot sterk.
Beplanting: Gebruik sterke planten want ze knabbelen er graag aan.
Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Zwak tot matig heeft hun voorkeur echter zal een sterke filter wel nodig zijn omdat het slordige eters zijn en ze dus veel rommel maken.
Leeftijd: 10 jaar.
Lengte: 25 tot 30 cm.
Voedsel: Het natuurlijke dieet bestaat niet alleen uit levende vissen, maar ook uit ongewervelde waterdieren, insecten, noten, zaden en vruchten.
Ze vallen ook zieke of stervende vissen aan, en ook karkassen staan op hun menu. Aanvallen op levende dieren die in het water terechtkomen, zoals we wel eens in films zien, komen zeer zelden voor en betreffen meestal onbedoelde beten of gevallen waarin de dieren vastzitten in kleine poelen tijdens droge perioden.
Jonge dieren in het aquarium kunnen worden gevoerd met muggenlarven (bloedwormen), fijngehakte regenwormen, stukjes garnalen en vergelijkbare voeding. Volwassen dieren daarentegen hebben een voorkeur voor grotere en stevigere maaltijden, zoals visvlees, hele garnalen, mosselen, levende riviergarnalen of grotere regenwormen.
Deze vissoort mag geen vlees van zoogdieren of vogels, zoals runderhart of kip, gevoerd krijgen. Sommige lipiden in deze producten zijn moeilijk door de vis te verwerken en kunnen leiden tot overmatige vetafzetting en zelfs orgaandegeneratie. Het voeren van vissen, zoals levendbarende vissen of kleine goudvissen, wordt ook afgeraden. Deze brengen niet alleen een risico op parasieten en ziektes met zich mee, maar hebben doorgaans ook een lage voedingswaarde.
Aquariummaat: 200 cm.
Waterlaag: Midden en onder.
Gedrag tegenover soortgenoten: Agressief.
Gedrag tegenover andere soorten: Agressief.
Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.
Geschikt voor: Ervaren aquariaan.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 48 uur.
Bijzonderheden: Zorg dat de vissen voldoende voedsel krijgen, zo worden ze niet al te agressief tegenover soortgenoten. Andere vissoorten kan men er beter niet bijhouden. Zorg dat er in het aquarium veel schuilplaatsen zijn want ze zijn nogal schrikachtig en gaan dan naar alles in hun buurt bijten. Zo zal het dan ook geregeld voorkomen dat er gewonden vallen maar doorgaans genezen ze vaak ongelofelijk snel. Verder spreekt het voor zich dat u als eigenaar voorzichtig te werk moet gaan bij bijvoorbeeld het schoonmaken van het aquarium. Want ook daarvan kunnen ze schrikken en gaan bijten naar alles in hun buurt, dus ook uw handen.
Kweekinfo: Het kweken met deze vissen is niet makkelijk.
Voor de kweek is een bijzonder groot aquarium nodig, dat volledig vrij dient te zijn van andere vissen. Dit is belangrijk omdat, zoals bij veel vissen uit het Amazonegebied het geval is, ze hun jongen krijgen tijdens de regenperiode. Om dit te stimuleren, dient deze specifieke periode nauwkeurig te worden nagebootst in hun leefomgeving. Vervang hiervoor tachtig procent van het water door zacht en licht zuur water, en zorg ervoor dat er een overvloed aan voer beschikbaar is. Het is essentieel dat er letterlijk zoveel voer aanwezig is dat de vissen het niet volledig kunnen opeten.
Als er eitjes worden afgezet, dan zijn dat er vaak ontzettend veel, soms wel meer dan duizend. In zo'n situatie kan het vrouwtje beter uit het aquarium worden verwijderd, omdat het mannetje broedzorg verleent. Gedurende deze periode kan het mannetje uitzonderlijk agressief worden, wat het welzijn van de andere vissen en het vrouwtje in gevaar kan brengen. Zodra de jongen zelfstandig beginnen te zwemmen, verdwijnt de broedzorg van het mannetje, en op dat moment is het verstandig ook hem uit het aquarium te halen om te voorkomen dat hij de jongen als hapje gaat beschouwen.
De jongen kunnen met succes worden grootgebracht door ze Artemia-naupliën en ander klein levend voer te geven. Het is belangrijk om hierbij consistent te blijven en ervoor te zorgen dat de jongen altijd toegang hebben tot voldoende voedsel van de juiste grootte en kwaliteit.
Hoe nuttig vond je dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 27-02-2025)