Naam: Braadpanmeerval of Banjomeerval.
Wetenschappelijke naam: Bunocephalus coracoideus.
Synoniemen: Dysichthys coracoideus, Bunocephalus bicolor, Dysichthys bicolor, Bunocephalus haggini.
Oorsprong: Peru, Brazilië en Bolivia.
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Moeilijk te zien, volwassen mannetjes hebben iets langere borstvinstralen.
Temperatuur: 23 - 27 graden Celsius.
pH: 6 tot 7,5.
GH: 12 tot 16.
Licht: Matig.
Beplanting: Normale beplanting.
Bodembedekking: Fijn afgerond zand want ze graven graag in de bodem, eventueel is fijn afgerond grind ook een mogelijkheid. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en stukken (kien)hout, rotsen en takken waarmee schuilplaatsen zijn gemaakt mogen zeker niet ontbreken.
Stroming: Normaal.
Leeftijd: 15 jaar.
Lengte: 8 tot 12 cm.
Voedsel: Hoofdzakelijk levend voer waaronder regenwormen of visjes (alles wat leeft en in hun bek past zien ze als voedsel). Geef ze vooral in de avond (schemering) voer want het zijn nachtdieren. Ze eten geen algen.
Aquariummaat: 100 cm.
Waterlaag: Bodembewoner.
Karakter: Vreedzaam tegenover grote vissen, kleine vissoorten zien ze als voedsel.
Aantal: Solitair of als paartje.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits de medebewoners grote vissen zijn.
Tijd voor uitkomen eitjes:
Bijzonderheden: Het is een nachtdier dus moeten er veel schuilplaatsen zijn waar ze zich overdag terug kunnen trekken. Ook graven ze zich vaak in de bodem in. Dus een fijne en niet scherpe bodembedekking is een pre. De kleur kan variëren want die dient als camouflage en kan dus per vis verschillen. De Braadpanmeerval heeft een aparte manier van bewegen, een soort voortstuwing, waarbij het water via de mond en door de kieuwen naar buiten wordt geperst, waardoor ze wat schokkerig zwemmen. Overdag zal men deze vissen zelden te zien krijgen.
Kweekinfo: Zelden gelukt in aquaria en is dus toe te schrijven aan een toevalstreffer, verder geen informatie over bekend.