Foto's boven zijn mannetjes.

Foto boven is een paartje en foto onder een vrouwtje.

© Foto's: Henk Grundmeijer

Naam: Microctenopoma fasciolatum.

Wetenschappelijke naam: Microctenopoma fasciolatum.

Synoniemen: Anabas fasciolata, Anabas fasciolatus, Ctenopoma fasciolatum, Anabas fasciolatus filamentosa.

Oorsprong: Congo en Kameroen.

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje is twee keer zo groot, heeft draadvormige uitsteeksels aan de rug- en anaalvinnen en is helderder van kleur dan het vrouwtje.

Temperatuur: 22 - 25 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 4 tot 20.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte beplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: Onbekend.

Lengte: 8 cm.

Voedsel: Diepvriesvoer en klein levend voer. Droogvoer wordt zelden door deze vissen gegeten.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Paartje.

Geschikt voor: Ervaren aquariaan.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Kan, maar de medebewoners dienen dan wel rustige soorten te zijn die in de bovenste en onderste zone leven. Kleine, smalle, vissoorten zullen ze als voedsel zien.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 24 tot 30 uur.

Bijzonderheden: Ze hebben een voorkeur voor een goed beplant aquarium met drijfplanten en donker gekleurd water. Het aquarium dient tevens goed afgedekt te zijn want ze zijn een meester in ontsnappen. De mannetjes zijn territoriaal, als men dus meerdere mannetjes heeft dient het aquarium wel groter te zijn dan de aanbevolen maat van 80 cm.

Kweekinfo: Deze soort is al eens na gekweekt in aquaria.

 

Het is een schuimnestbouwer en het water dient zacht en zuur te zijn. Het aquarium moet dicht beplant zijn en met drijfplanten. Geef ze alleen maar levend voer om het paren te bevorderen.

 

De eitjes komen na 24 uur uit en nog eens 2 of 3 dagen later gaan ze vrij rond zwemmen. Het beste kan men de ouders na het uitkomen verwijderen.

 

Als de jongen vrij rond zwemmen moeten ze eerst worden gevoed met infusoriën en daarna kan men ze groot brengen met Artemia-naupliën.