© Foto's: Petra De Neve

Naam: Goudgoerami.

Wetenschappelijke naam: Trichopodus trichopterus gold.

Synoniemen: Labrus trichopterus, Trichogaster trichopterus, Trichopus trichopterus, Labrvs trichoptervs, Trichopus sepat, Stethochaetus biguttatus, Osphromenus siamensis, Nemaphoerus maculosus, Osphromenus insulatus.

Oorsprong: De Goudgoerami is een kweekvorm van de Blauwe Spat en komt dus niet in het wild voor. De oorspronkelijke soort komt uit Indonesië, Maleisië, Cambodja, Thailand, Vietnam en Myanmar.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje is iets kleurrijker dan het vrouwtje. Bovendien loopt de rugvin van het mannetje uit in een punt en bij het vrouwtje is deze rond.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 5 tot 16.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout en/of takken worden zeker op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: 8 tot 12 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: 24 tot 36 uur.

Bijzonderheden: Er zijn meerdere kweekvormen van deze vis. De Blauwe spat staat erom bekend dat hij Planaria eet. Planaria is een heel klein plat en bijna doorzichtig wormpje welke je wel eens ziet op de aquariumruit waar deze zich dan langzaam voortbeweegt. Heb je dus last van Planaria dan is ook de Goudgoerami de oplossing om er weer vanaf te komen.

Kweekinfo: De kweek van de Goudgoerami is redelijk eenvoudig.

 

Het moeilijkste zal zijn om een geschikt koppel te vinden, denkt u een koppel te hebben gevonden ga dan als volgt te werk.

 

Voor een succesvolle kweek neemt men een kweekbak met een inhoud van ongeveer 40 liter. De kweekbak dient met een laag water van ongeveer 12 á 15 centimeter te worden gevuld en er mag maar heel weinig tot geen stroming zijn. Voorzie de kweekbak van een aantal drijfplanten of door planten waarvan de bladeren op het wateroppervlak drijven. Deze planten helpen om het schuimnest op zijn plaats te houden. Nadat het koppel in de kweekbak is geplaatst verhoogd men langzaam de temperatuur tot 28 á 30 graden Celsius (ongeveer in drie dagen tijd).

 

Het mannetje zal dan flink wat tijd besteden aan het bouwen van een schuimnest. De eitjes zijn lichter dan water en blijven dan tussen het schuim drijven. Na de balts gaan de goerami's over tot de ei afzetting. Een nest kan wel 1000 tot 2000 eitjes bevatten. Na het afzetten van de eitjes moet het vrouwtje worden verwijderd anders zal het mannetje haar constant verjagen of zelfs doden.

 

Het mannetje zal voor het nest zorgen en het bewaken. Eitjes die naar beneden zinken zullen door het mannetje in de bek worden opgepakt en terug worden gespuwd in het nest. Dat is tevens de reden dat er maar 12 á 15 cm water in de kweekbak moet zitten. Zo hoeft het mannetje niet te veel afstand af te leggen om de gezonken eitjes weer terug naar het nest te brengen.

 

De jongen komen na 24 tot 36 uur tevoorschijn, dan dient ook het mannetje uit de kweekbak gehaald te worden.

Als de jongen gaan zwemmen kunnen ze worden gevoerd met bijvoorbeeld Liquifry, micro aaltjes, pantoffeldiertjes en stofvoer.