Laatst bijgewerkt: 5 juni 2025
IUCN-status: Niet bedreigd (2019)
Nederlandse naam: Nimbochromis venustus.
Wetenschappelijke naam: Nimbochromis venustus.
Synoniemen: Haplochromis venustus, Cyrtocara venusta, Haplochromis simulans.
Oorsprong: Afrika (Malawimeer).
Landen: Malawi, Mozambique en Tanzania.
Leefomgeving: Ze leven op zanderige bodems op zo'n 15 meter diepte in het gehele Malawimeer, terwijl de jonge dieren zich ophouden in ondiepe wateren nabij rotsformaties.
Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn groter en hebben opvallendere blauwe en gele vlekken dan de vrouwtjes.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 7,5 tot 8,5.
GH: 12 tot 16.
Licht: Normaal.
Beplanting: Niet noodzakelijk, maar als men planten wil plaatsen gebruik dan wel harde planten (bijvoorbeeld Vallisneria en Anubias) en veranker deze goed.
Bodembedekking: Bij voorkeur een fijne zandbodem. Verder de bak inrichten met stenen en grotten. Let er wel op dat er veel zwemruimte overblijft.
Stroming: Matig tot hard.
Leeftijd: 8 jaar.
Lengte: Vrouwtjes tot circa 20 cm en mannetjes tot 25 cm.
Voedsel: In het wild voeden ze zich met kleine vissen en ongewervelden. Ze graven zich lichtjes in de bodem in en wachten geduldig tot een prooi voorbij komt, die ze vervolgens bliksemsnel grijpen. In het aquarium kun je deze vissen zowel levend voer als diepvriesvoer geven, zoals krill, artemia, garnalen en stukjes mossel. Ook droogvoer en cichlidensticks worden zonder problemen geaccepteerd. Daarnaast is het aan te raden om af en toe groenvoer te geven, zoals spirulina, zodat ze alle essentiële voedingsstoffen binnenkrijgen. Varieer hun menu om ze gezond en vitaal te houden.
Aquariummaat: 200 cm.
Waterlaag: Overal.
Karakter: Mild-agressief.
Aantal: 1 mannetje met 3 of 4 vrouwtjes. Meerdere mannetjes samen gaan vechten.
Geschikt voor: Beginners.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.
Tijd voor uitspugen eitjes: 3 weken.
Bijzonderheden: Kan wel samen worden gehouden met andere grote Malawi soorten. Kleinere soorten (ook kleinere Malawi cichliden) zien ze als voedsel.
Kweekinfo: Het kweken met deze soort is vrij makkelijk.
Het vrouwtje zet de ongeveer 120 eitjes voorzichtig af, waarna het mannetje ze direct bevrucht om de voortplanting te voltooien. Vervolgens neemt het vrouwtje met grote zorg de eitjes in haar bek om ze veilig uit te broeden en te beschermen tegen invloeden van buitenaf.
Na een periode van ongeveer 3 weken, waarin de eitjes zich rustig ontwikkelen, laat het vrouwtje de jongen los zodat ze zelfstandig verder kunnen groeien en hun omgeving kunnen ontdekken.
De jongen kan men eenvoudig opkweken door ze te voeren met Artemia-naupliën, fijngewreven droogvoer of speciaal vervaardigd opfokvoer dat is afgestemd op hun specifieke behoeften.
Hoe nuttig vond je dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 19-02-2025)