© Foto's: Ed Overmars

Naam: Smaragdprachtcichlide.

Wetenschappelijke naam: Pelvicachromis subocelatus Matadi.

Synoniemen: 

Oorsprong: Afrika (Congo).

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje heeft puntige rug- en anaalvinnen. Het vrouwtje heeft een dikkere buik en ontwikkelen een karakteristieke roze blos op hun flanken wanneer ze paaien. Ook is het vrouwtje wat kleiner dan het mannetje.

Temperatuur: 24 - 25 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 5 tot 19.

Licht: Matig.

Beplanting: Goed beplant aquarium.

Bodembedekking: Een bodem van zand of filterzand.

Stroming: Zwak tot matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: Mannetje ongeveer 10 cm en het vrouwtje tot 8 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Boven, midden en bodem.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Per paartje.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits er geen kleine vissen bij zitten.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 2 of 3 dagen.

Bijzonderheden: Smaragdprachtcichliden scharrelen graag op de bodem rond op zoek naar voedsel. Een zandbodem is daarom sterk aanbevolen, ook al omdat ze geregeld hun kieuwen spoelen met zand, zoals de meeste Cichlide-soorten. Verder houden ze van een lichte stroming en gedempte verlichting. 

Kweekinfo: Het kweken met de Smaragdprachtcichlide is vrij makkelijk en ze kunnen zelfs in het gezelschapaquarium blijven zitten mits deze groot genoeg is, maar men kan natuurlijk ook gebruik maken van een kweekbak.

Men dient te zorgen voor veel schuilplaatsen, verder hoeft men niets speciaals te doen. Er worden zo'n 60 tot 100 eitjes afgezet in een holletje. Het vrouwtje bewaakt het legsel en het mannetje het territorium. De jongen worden door beide ouders gevoerd. Bij wildvang is het aan te bevelen om wat zout aan het water toe te voegen. (1 theelepel op 5 liter water).