© Foto: Martin van der Cruijsen

Naam: Zebracichlide.

Wetenschappelijke naam: Amatitlania nigrofasciata.

Synoniemen: Heros nigrofasciatus, Archocentrus nigrofasciatus, Cichlasoma nigrofasciatum, Cryptoheros nigrofasciatus, Cichlosoma nigrofasciatum.

Oorsprong: Midden-Amerika.

Biotoop: Midden-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje is groter dan het vrouwtje en hebben lange puntige vinnen en bultvorming op de kop. Mannetjes hebben zwarte dwarsbanden over het lichaam lopen en vrouwtjes hebben een goudkleurige onderbuik. Die kleur hebben ze ook in de vinnen zitten.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 5 tot 10.

Licht: Matig.

Beplanting: Gebruik stevige planten en veranker die goed want ze graven graag en veel, vooral tijdens de paring. Drijfplanten om het licht te dimmen worden ook op prijs gesteld.

Bodembedekking: Gebruik zand of (afgerond) fijn grind. Verder veel stukken hout, takken en stenen mogen ook niet ontbreken.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 10 tot 15 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Onder het midden.

Karakter: Semi agressief.

Aantal: Per paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 3 dagen.

Bijzonderheden: Er zijn een paar kweekvariëteiten wat betreft kleur.

Kweekinfo: Het kweken met de Zebracichlide is vrij makkelijk en ze kunnen zelfs in het gezelschapaquarium blijven zitten mits deze groot genoeg is, maar men kan natuurlijk ook gebruik maken van een kweekbak.

 

De eitjes worden afgezet in een hol, dus die dient wel aanwezig te zijn in de vorm van een bloempot, een halve kokosnoot of een soortgelijk voorwerp. Een bodem van zand of fijn grind is aan te raden want als het hol te klein is gaan beide ouders het uitgraven om het groter te maken.

 

Na de ei afzetting zorgt het vrouwtje voor de eitjes en het mannetje bewaakt het territorium, wat zo'n 60 centimeter in doorsnee zal zijn. Blijft het koppel dus in de gezelschapsbak zitten dan moet het aquarium nog wel voldoende ruimte over hebben voor de andere bewoners want er worden geen andere vissen getolereerd in het territorium.

 

Als de eitjes zijn uitgekomen (na ongeveer 3 dagen) blijven de jongen nog 3 dagen in het hol samen met het vrouwtje, daarna gaan ze rondzwemmen en kan men beginnen met het voeren van Artemia-naupliën. In een gezelschapsaquarium zal doorgaans voldoende voedsel op de bodem aanwezig zijn want het zijn echte alleseters.