Naam: Ringelhandgarnaal.

Andere benamingen: Geringde handgarnaal.

Wetenschappelijke naam: Macrobrachium assamense.

Oorsprong: Pakistan, India en Myanmar.

Uiterlijk: De kleuren van de Ringelhandgarnaal varieert van grijs gemarmerd tot donkerbruin. De lichaamskleur kan echter variëren afhankelijk van de omgevingscondities zoals waterwaarden en substraat, maar ook het voer en de stemming van de garnaal bepalen de kleur.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes hebben grotere scharen en langere armen. De scharen zijn aan de uiteinden dicht behaard met korte haartjes, dat missen de vrouwtjes. Verder zijn ze groter dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 20 tot 30 °C.

pH: 6,5 tot 7,8.

GH: 8 tot 25.

Leeftijd: Tot 3 jaar.

Lengte: Mannetje 9 en vrouwtje 7 cm.

Voedsel: Speciaalvoer voor garnalen, vlokken- en granulaatvoer voor vissen, diepvriesvoer en levend voer (vooral slakken en kleine visjes). Ook zijn ze gek op konijnenkorrels.

Aquariummaat: Vanaf 100 liter.

Karakter: Niet met kleine vissoorten samenhouden, die zien ze als voedsel (grotere vissen kunnen echter ook beter uit hun buurt blijven, vooral als ze honger hebben). Beter maar 1 mannetje houden, anders zullen ze elkaar aanvallen en doden.

Aantal: Een groep van minimaal 5, maar liever rond de 10 stuks want het zijn echte groepsdieren.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Bodembedekking: Zand of fijn grind.

Aquariuminrichting en beplanting: Schuilplaatsen zijn noodzakelijk. Verder kan het aquarium normaal ingericht worden. Dichte beplanting wordt door deze garnalen niet zo op prijs gesteld, ze hebben liever wat meer ruimte. De jongen zijn, mits de beschikbaarheid van voldoende voedsel zeer verdraagzaam tegen elkaar. Wanneer ze groter zijn kunnen ze jongere dieren aanvallen en opeten. Vooral na een verschaling komt kannibalisme regelmatig voor bij dichte populaties.

Belichting: Normaal tot veel.

Ander gezelschap: Vissen die in hun beurt komen zullen ze zeker proberen te pakken en opeten. Als men zorgt voor voldoende voedsel valt dat echter nogal mee. Niet samen houden met slakken en kleine garnaalsoorten want dat wordt dan hun maaltijd.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 4 tot 6 weken, afhankelijk van de temperatuur.

Aantal jongen: meestal tussen de 20 tot 60 stuks, afhankelijk van de grootte van het vrouwtje.

Kweekinfo: Als de jongen uit de eitjes komen zijn ze al volledig ontwikkeld. Voor het ontwikkelen van de eitjes moet de temperatuur wel hoger dan 20°C zijn.

Bijzonderheden: Het is een nachtdier wat zich overdag niet vaak zal laten zien.