© Foto's: Jim Van Stijn

Naam: Pauwooggrondel.

Wetenschappelijke naam: Tateurndina ocellicauda.

Synoniemen:

Oorsprong: Nieuw Guinea.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Het voorhoofd van het mannetje is veel groter dan die van het vrouwtje en het vrouwtje heeft een vollere buik.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 5 tot 10.

Licht: Normaal.

Beplanting: Dichte beplanting, vergeet daarbij ook niet om drijfplanten toe te voegen.

Bodembedekking: Zand of grind, bij voorkeur in een donkere kleur. Zorg ook voor veel schuilplaatsen in de vorm van stenen, hout en potjes waar ze in kunnen schuilen.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: 5 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Onder het midden.

Karakter: Hoewel  de Tateurndina ocellicauda bekend staat als een vreedzame vis komt het toch wel eens voor dat er één met een rothumeur tussen zit zoals de vis van de foto. De eigenaar had de foto net gemaakt nadat de Tateurndina ocellicauda een prachtige slak had gemold, deze ligt op de bodem net voor de vis op foto 1.

Aantal: Paartje of groepje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 6 dagen.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken met de Pauwooggrondel is niet erg moeilijk.

Het beste kan men een paartje in een kweekbakje doen, de temperatuur kan het beste op 24 graden Celsius worden gehouden.

De kweekbak kan het beste worden ingericht met veel schuilplaatsen zoals grotjes, halve kokosnoten groepjes stenen, hout etc.

Voer ze vervolgens goed met levend voer en/of diepvriesvoer. Vooral tubifex en rode muggenlarven zullen het goed doen.

Als je na een tijdje beide vissen niet meer ziet dan zal er ergens in een holletje een nest zijn gemaakt en zullen ze bezig zijn met de paring en het leggen en bevruchten van de eitjes. Als alle eitjes zijn afgezet zal het vrouwtje worden weggejaagd. Het mannetje zorgt nu voor het broedsel.

Na ongeveer 6 dagen komen de jongen tevoorschijn uit het eitje. De eerste dag(en) teren ze nog op de dooierzak. Daarna kan men ze het beste Liquifry (No 1) geven. Vergeet niet om dan om de dag het water te verversen. Na een aantal dagen zie je ze echt gaan zwemmen, je kan dan overstappen op Artemia en/of fijn stofvoer.